HEADER1
item1a

Jeroen Brouwers (Trouw, 1995) over de vierdelige cyclus geromantiseerde memoires Mijn woningen (1950-1954): ‘Brulez’ magnum opus kan in verschillende opzichten gelden als de voorganger van dat van Hugo Claus, Het verdriet van België, dat eveneens stoelt op een philosophie de l’histoire. Brulez’ romancyclus, die afsluit aan het einde van de Tweede Wereldoorlog, is behalve deels vermomde biografie en deels versluierde sleutelroman een facettenrijke spiegel van de Belgische geschiedenis, aan Vlaamse zijde decennialang beheerst door de Vlaamse Beweging.’

 

Benno Barnard (NRC, 1998) over Mijn woningen: ‘Meer dan wat ook het belangrijkste, betrouwbaarste en ontroerendste ooggetuigeverslag van de eerste helft van de twintigste eeuw in Vlaanderen dat nog bestaat. […] Mijn woningen is van een uiterst subtiel soort humor, een esprit die de tekst overal licht doet mousseren, de werking van koolzuur in champagne. Ook dat is een Franse kwaliteit van Brulez, het spijt me. Zo zwaartillend en humorloos als het Vlaamse voelen de Vlaamse intellectuelen vaak gemaakt heeft, zo superieur geestig is Brulez altijd onder zijn Vlaamse sympathieën gebleven.’

 

Bart Vervaeck (Ons Erfdeel, 2005) naar aanleiding van een heruitgave van de verhalenbundel Sheherazade (1932): ‘Brulez mag in de marge van de Vlaamse literatuur staan, hij is vele malen beter dan heel wat figuren die zich volgens de klassieke smaak in het centrum ophouden.’

Brulezhond
item2
Raymond en Angèle Brulez met
brulez
Raymond en Angèle Brulez aan